Plaatsing heupprothese voorbije decennium sterk verbeterd

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Patiënten die een heupprothese krijgen ingeplant, blijven minder lang in het ziekenhuis dan tien jaar geleden. De kunstheup gaat ook langer mee. Dat blijkt woensdag uit een studie van de Christelijke Mutualiteit (CM) en twee wetenschappelijke orthopedische verenigingen bij dertig orthopedische teams. Tussen de verschillende ziekenhuizen bestaan nog wel grote verschillen.

De kans dat een heupprothese vervangen moet worden, daalde de voorbije tien jaar met bijna een derde. De patiënt ligt momenteel gemiddeld negen dagen in het ziekenhuis, de helft minder dan tien jaar geleden, en hij krijgt minder bloed toegediend. Tussen de verschillende ziekenhuizen bestaan wel grote verschillen. Zo varieert de verblijfsduur op de dienst orthopedie van gemiddeld zes tot zeventien dagen. De gemiddelde kosten bedragen 7.661 euro voor de ziekte- en invaliditeitsverzekering en 1.836 euro voor de patiënt. Die kunnen respectievelijk echter tweemaal tot driemaal zo hoog oplopen, afhankelijk van het ziekenhuis. Gemiddeld moet twaalf procent van de patiënten die een prothese krijgen intensieve zorgen ondergaan. In sommige ziekenhuizen bedraagt dat percentage echter nul procent, in andere maar liefst 83 procent. Het gemiddeld aantal bloedtransfusies ligt op 25 procent, maar ook daar varieert het gemiddelde van 0 tot 75 procent afhankelijk van de locatie van de operatie. De onderzoekers pleiten onder meer voor een testperiode voor nieuwe protheses in een beperkt aantal ziekenhuizen, voordat ze op de markt gebracht mogen worden. De studie hield rekening met 54.000 interventies tussen 1990 en 2009.

Bron: Belga, woensdag 29 juni 2011 om 17u08, knack.rnews.be

Geplaatst: 30/06/2011