Wat is Sternocostoclaviculaire Hypertose (SCCH)

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

SCCH is een zeldzame, chronische botaandoening die wordt veroorzaakt door een steriele ontsteking (een ontsteking zonder infectie met virussen, bacteriën of andere micro-organismen) van het borstbeen (sternum), de sleutelbeenderen (claviculae) en de bovenste ribben (costes). Ook andere delen van het skelet kunnen worden aangetast, zoals de wervelkolom en de kaak.

Teveel botafbraak
De diagnose SCCH is betrekkelijk eenvoudig te stellen als je weet waar je op moet letten. De symptomen zijn namelijk vrij specifiek. De meeste mensen hebben last van lokale pijn, zwelling en roodheid van het borstbeen of de sleutelbeenderen. Ook hebben patiënten vaak pijn bij het bewegen van de schouders. De helft van hen heeft bovendien huidklachten, vaak in de vorm van steriele rode puistjes op voetzolen en handpalmen.
Het vaststellen van de diagnose gebeurt op basis van radiologisch onderzoek (CT-scan en botscan).
Als de diagnose niet op tijd wordt gesteld kan de kwaliteit van het leven van SCCH-patiënten sterk achteruit gaan.
Hoe later de diagnose wordt gesteld, hoe groter de kans dat de pijn chronisch wordt. Patiënten kunnen zelfs blijvende beperkingen krijgen, wat tot arbeidsongeschiktheid kan leiden. Dat komt omdat het skelet op de plekken die door ontstekingen zijn aangetast, teveel bot gaat aanmaken. Hierdoor kunnen vervormingen ontstaan die soms erg pijnlijk kunnen zijn.
Uit onderzoek is gebleken dat patiënten gemiddeld pas vijf en een half jaar na het begin van hun eerste klachten de juiste diagnose krijgen. Een kwart van hen heeft meer dan acht jaar moeten wachten en een enkeling heeft zelfs meer dan dertig jaar zonder juiste diagnose met klachten rondgelopen.

Behandeling
De oorzaak van SCCH is niet bekend. Wel is de aandoening redelijk goed te behandelen, waarbij de behandeling vooral is gericht op het remmen van het chronische ontstekingsproces. De behandeling bestaat in eerste instantie uit het voorschrijven van ontstekingsremmende pijnstillers (NSAID's). Deze zijn vooral effectief bij patiënten waarvan de aandoening zich in een vroege fase bevindt. Sinds de jaren negentig worden SCCH-patiënten vaak behandeld met bisfosfonaten die per infuus worden toegediend. Bisfosfonaten remmen de botafbraak. Ze worden voorgeschreven voor diverse botaandoeningen, waaronder osteoporose (botontkalking). Het merendeel van de SCCH-patiënten heeft baat bij behandeling met bisfosfonaten.

Bron:In Beweging, augustus 2010

Bewerking: Mia