Slijtage, een versleten begrip bij artrose

Opgelet: Dit is een verouderd artikel uit ons archief. De inhoud kan inmiddels niet meer van toepassing zijn.

Een pleidooi om de woorden 'veroudering' en 'slijtage' niet meer in verband te brengen met artrose. Dat is de strekking van een artikel in het juninummer van het Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie. Een zienswijze waar het Reumafonds geheel achter staat. Want nog steeds zijn er veel zorgverleners die het met hun patiënten hebben over 'slijtage'.

Ook in studieboeken en op websites van gerenommeerde instituten komt dat woord nog steeds terug. Maar ondertussen weten we beter. Van slechts mechanische slijtage is geen sprake, artrose komt door een verstoring van de balans tussen afbraak en reparatieprocessen in kraakbeen en bot.

Toch denken nog steeds veel mensen dat artrose gewoon slijtage is en dat er niets aan te doen is. Maar in de laatste twintig jaar wordt veel duidelijk over deze complexe aandoening die door allerlei oorzaken ontstaat en zeker niet alleen door slijtage.

Volgens prof. dr. Margreet Kloppenburg ontstaat artrose doordat er 'in het dagelijks leven microbeschadigingen ontstaan die door continue aanmaak en afbraak van weefselbestanddelen worden gerepareerd. Als een mens ouder wordt, loopt hij steeds meer beschadigingen op, terwijl hij minder goed in staat is deze te repareren. Daarom zie je artrose vaker bij ouderen. Maar vaak ontstaan artroseverschijnselen al op jonge leeftijd, terwijl er ook 90-jarigen zijn zonder artrose. Het proces is dus veel complexer dan alleen veroudering.'

De term slijtage doet ook geen recht aan het feit dat oefenen en bewegen bij artrose juist heel goed is. Want als je hebt gehoord dat beweging juist de oorzaak is van 'slijtage' door ouderdom, waarom zou je dan gaan bewegen?

Hoe moet de zorgverlener artrose dan wél uitleggen aan zijn patiënt?
Zoals dat gebeurt op de website van het CHECK-onderzoek, aldus de auteurs van het artikel. Daar staat: 'Artrose is een aandoening van het hele gewricht, waarbij schade aan en verlies van gewrichtskraakbeen het meest kenmerkend is. Dit proces gaat vaak langzaam, maar kan ook heel snel verlopen. Daarnaast verandert de kwaliteit van het bot onder het kraakbeen en ontstaat er uitgroei aan de het bot. Door afbraak van het kraakbeen en prikkeling vanuit het bot kan er een gewrichtsontsteking ontstaan. Ook zien we vaak een verminderde spierkracht en een verzwakking van de gewrichtsbanden. Bij sommige mensen overheerst de kraakbeenschade, bij anderen de botveranderingen en weer bij anderen de ontsteking of verschillende combinaties hiervan.'

Op de website van het Reumafonds vindt u  meer informatie over artrose.

Bron: Nederlands Tijdschrift voor Reumatologie, 2013 nr. 2 -  Slijtage van een oud paradigma: artrose is meer!
W.K.H.A. Hilberdink, R.G. van der Meulen-Dilling, J.R. Veldink, S. Hilberdink, M. Kloppenburg.
www.reumafonds.nl/

****

Eenzelfde pleidooi zou - zeker bij onze Nederlandse noorderburen - kunnen gemaakt worden voor het gebruik van het woord 'reuma'. Te pas en te onpas bedoelen ze met 'reuma' reumatoïde artritis. Ook in wetenschappelijke artikels, persmededelingen en op websites van gerenommeerde instituten komt dat woord nog steeds terug terwijl men 'reumatoïde artritis' bedoelt. En dit terwijl we weten dat 'reuma' veel meer is dan alleen reumatoïde artritis. Dit brengt de lezer danig in verwarring. Ook hiervoor zou bijgevolg een pleidooi om voortaan de juiste benaming te gebruiken op zijn plaats zijn. Lees op onze website: 'Wat is reuma'.

Geplaatst: 2013-07-12 door webmaster